Overdracht zeggenschap en fusie
Uitspraak: Afwijken OR-advies (9)

Uitspraak: Afwijken OR-advies (9)

Kan de ondernemer doorgaan met de voorgenomen fusie, als de OR geadviseerd heeft nader overleg te voeren en de ondernemer dit heeft toegezegd. (ROR 2000/27)

Uitspraak Ondernemingskamer: Ja, nu de ondernemer tegemoet is gekomen aan de voorwaarden van de OR inzake overleg en verdere invulling van de bemensing, valt de ondernemer niets te verwijten.

Situatie:

De ondernemer heeft advies gevraagd over de voorgenomen fusie van Stichting Estrade Wonen met de Vestia Groep. Op 3 mei 2000 heeft de ondernemingsraad advies uitgebracht met betrekking tot de voorgenomen fusie. In zijn advies heeft de ondernemingsraad aangegeven dat er nog vele onduidelijkheden zijn met betrekking tot de verdeling van de bevoegdheden tussen het hoofdkantoor en de onderliggende vestigingen. Daarom wil hij dat de ondernemer toezegt dat, voordat een definitief besluit tot fusie genomen wordt, hij overleg zal voeren met de ondernemingsraad over de precieze wijze waarop de bevoegdhe­den zullen worden verdeeld en de wijze waarop er invulling wordt gegeven aan de ‘bemen­sing’ van het hoofdkantoor. Bij memo van 30 mei 2000 heeft de ondernemer aangegeven aan de ondernemingsraad advies te zullen vragen over de verdere invulling van de gefu­seerde organisatie. De ondernemingsraad leest in dit memo een besluit feitelijk inhoudende een besluit tot verdere uitwerking van de voorgenomen fusie en verzoekt daarop de Ondernemingskamer bij wege van voorlopige voorziening de ondernemer een verbod op te leggen het besluit van 30 mei 2000 uit te voeren en de ondernemer te gebieden het besluit in te trekken.

Ondernemingskamer: 

De ondernemer heeft in zijn memo aan de ondernemingsraad van 30 mei 2000 aangegeven aan de ondernemingsraad advies te zullen vragen over de verdere invulling van de gefuseerde organisatie. Ter zitting is gebleken dat dit advies inmiddels is gevraagd en dat het overleg over de kwestie van de bevoegdheidsverdeling na de voorgenomen fusie en de bemensing van het hoofdkantoor nog gaande is. Nu de onderne­mer aan de in het advies van 3 mei 2000 geformuleerde wens van de ondernemingsraad tegemoet is gekomen, valt niet in te zien op welke goede gronden de ondernemingsraad nu bezwaar maakt tegen hetgeen de ondernemer in de memo van 30 mei 2000 heeft meege­deeld. Het verzoek van de ondernemingsraad is dan ook ongegrond en wordt afgewezen. 

DATUM UITSPRAAK: 20 juli 2000
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer 
NAAM PARTIJEN: Ondernemingsraad Stichting Estrade Wonen / Stichting Estrade Wonen
VINDPLAATS: ROR 2000/27 

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht