Reorganisatie
Uitspraak: Adviesrecht reorganisatie

Uitspraak: Adviesrecht reorganisatie

Is de OR ten onrechte niet om advies gevraagd bij het benoemen van de projectmanager voor een nieuw uit te voeren grootschalig project aangezien de OR van mening is dat er sprake is van een wijziging in de organisatie? (ARO 2005/203)

Uitspraak Ondernemingskamer: Nee, deze functie bestond al en belast de formatie van de Dienst niet, zodat er geen sprake is van een organisatorische wijziging. 

Situatie:

Op het reorganisatieplan van de Gemeente Emmen heeft de OR, na eerst een negatief advies, in tweede instantie positief geadviseerd over de eerste drie stappen van het organisatieontwikkelingtraject ‘Anders met Anderen’. Doelstelling van de reorganisatie is dat de gemeente Emmen voortaan zal bestaan uit een Afdeling Concernstaf (CSTF) en vijf diensten waaronder de Dienst Beleid, welke op zijn beurt zal bestaan uit 5 afdelingen waaronder Projectmanagement. 

Uit het door het college van B&W vastgestelde conceptwerkplan blijkt dat het team Projectmanagement over onvoldoende capaciteit beschikt om de geplande projecten uit te voeren. Ook als rekening wordt gehouden met de externe inhuur van projectmanagement voor het project Delftlanden (de bouw van een nieuwe woonwijk).

De externe manager voor dit project wordt zowel functioneel als financieel buiten de formatie van de Dienst Beleid gehouden. De kosten van de externe projectmanager werden voldaan uit de opbrengst van de grondexploitatie van fase 1 van het project Delftlanden. De externe projectmanager heeft de overeenkomst met de gemeente Emmen opgezegd tegen 1 november 2005 waarna de gemeente Emmen heeft besloten de huidige directeur van Dienst Beleid, mede op zijn verzoek, met ingang van 1 november te benoemen tot projectmanager Delftlanden voor een periode van vijf jaar met behoud van salaris. Dit besluit is op 6 juli 2005 aan de OR meegedeeld. De OR meent dat de functie van projectmanager Delflanden een nieuwe functie is en dat met deze benoeming een nieuwe dienst of afdeling in het leven wordt geroepen en dit een zodanig afwijking is van het besluit van 4 april 2005 dat de OR om advies gevraagd had moeten worden. Daarnaast is het besluit tot benoeming van de directeur Diens Beleid tot projectmanager Delftlanden een besluit dat een belangrijke wijziging in de organisatie van de onderneming dan wel in de verdeling van bevoegdheden binnen de onderneming en daarmee een adviesplichtig besluit. De OR stelt beroep in.

Ondernemingskamer:

De functie van projectmanager Delftlanden is een al enkele jaren bestaande functie die buiten de formatieomvang van de Dienst Beleid valt, omdat de benodigde capaciteit voor deze functie de formatie van de Dienst Beleid niet belast(te). Met de benoeming van de directeur Dienst Beleid tot projectmanager verandert er in organisatorisch opzicht niets, zodat geen wijziging wordt aangebracht in het besluit van 4 april 2005, noch dat een nieuw besluit is genomen. Bij vervanging van de externe projectmanager door een andere externe projectmanager zou er geen aanleiding zijn te stellen dat door een dergelijk besluit in de (omvang van de) organisatie van, de bevoegdheden binnen en de werkzaamheden van de onderneming wijzigingen optreden. Dat is in dit geval niet anders. De Ondernemingskamer is van oordeel dat de gemeente Emmen terecht heeft gemeend geen advies te hoeven vragen voor het besluit tot benoeming van de directeur Dienst Beleid tot projectmanager. Daar komt bij dat de kosten van de projectmanager naar verwachting weer zullen worden opgebracht door de grondexploitatie van fases 2 en 3, zodat er geen extra kosten voor de Dienst Beleid mee gemoeid zijn.

De Ondernemingskamer voegt daar nog aan toe dat, hoewel de functie van projectmanager Delftlanden buiten het organisatieontwikkelingstraject valt, dat de gemeente Emmen zorgvuldiger had gehandeld indien zij in de vacature had voorzien door middel van een open sollicitatieprocedure zodat eventuele andere interne kandidaten hun belangstelling kenbaar hadden kunnen maken. Voor de toepassing van de WOR heeft deze mogelijke tekortkoming van de gemeente geen gevolgen.

De Ondernemingskamer verklaart de OR niet ontvankelijk in zijn verzoek. 

DATUM UITSPRAAK: 9 november 2005
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: Ondernemingsraad Gemeente Emmen/ Gemeente Emmen
VINDPLAATS: ARO 2005/203

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht