Uitspraak: Adviesrecht bij statutenwijziging
Had het besluit tot wijziging van de statuten van de vennootschap ter advisering aan de ondernemingsraad moeten worden voorgelegd omdat het zou leiden tot belangrijke wijzigingen in de organisatie dan wel de bevoegdheden van de onderneming? (JAR 2004/45)
Uitspraak ondernemingskamer: Nee, de wijziging van de statuten is niet adviesplichtig. Er is niet gebleken dat de statutenwijzjging leidt tot belangrijke wijzigingen in de organisatie en verdeling van bevoegdheden in de onderneming en aantasting van de medezeggenschapsrechten van de OR.
Situatie:
Intergas is een structuurvennootschap, die zich bezighoudt met de distributie van energie. Er zijn ongeveer 150 personen werkzaam. Het bestuur van Intergas wordt gevormd door één of meer bestuurders. De raad van commissarissen van Intergas bestaat uit vijf personen. In verband met een mogelijke privatisering heeft Intergas indertijd met de OR en de vakbonden overleg gevoerd, dat heeft geleid tot een ‘Sociaal plan verkoop Intergas’. Dit sociaal plan liep 5 jaar en geldt tot 1 juli 2004. Onderhandelingen over een verkoop zijn er geweest, maar hebben niet tot resultaten geleid. Intergas wenst een statutenwijziging door te voeren. Als aanleiding hiervoor wordt genoemd (a) de veranderende energiemarkt die vraagt om een slagvaardige bedrijfsvoering en dus meer bevoegdheden voor het bestuur en (b) de op handen zijnde wijziging van de wetgeving inzake het structuurregime waarin de rol en de bevoegdheden van de aandeelhouders meer gestalte krijgen.Voorgesteld wordt onder meer in de statuten de naam te wijzigen; dat het doel van de vennootschap niet meer ten algemene nutte moet zijn; de kring van mogelijke aandeelhouders wordt vergroot; goedkeuringsrechten van de RvC komen te vervallen t.a.v. aandelen emissies, voorstellen tot het doen van een fusie en vaststellen van de algemene arbeidsvoorwaarden van het personeel. De algemene vergadering van aandeelhouders heeft op 14 mei 2003 ingestemd met de voorgestelde statutenwijziging. De OR heeft zich op het standpunt gesteld dat het besluit adviesplichtig is omdat het strekt tot ‘belangrijke wijziging in de organisatie van de onderneming dan wel in de verdeling van bevoegdheden binnen de onderneming’ zoals bedoeld in artikel 25 lid 1 aanhef en onder e WOR. Hij heeft in dat verband aangevoerd, dat Intergas afstand neemt van haar publiekrechtelijk karakter, dat de raad van commissarissen op afstand wordt gezet en dat het gemakkelijker wordt gemaakt om aandelen aan anderen – ook aan private partijen – over te dragen. Al met al is volgens de OR sprake van een ingrijpende wijziging in het karakter van de onderneming en in de bevoegdheden van de raad van commissarissen.Intergas heeft de stellingen van de OR betwist en gesteld dat het besluit geen wijziging – laat staan een ingrijpende – meebrengt in de organisatie of het karakter van de onderneming en evenmin in de taken en bevoegdheden van de raad van commissarissen en het bestuur. Volgens haar is veeleer sprake van een voornamelijk technische aanpassing van de bevoegdheden van bestuur en raad van commissarissen, waarbij de wettelijke regeling van de structuurvennootschap ten volle intact wordt gelaten. Bovendien worden geen medezeggenschapsrechten ontnomen. Op de zitting voert Intergas aan dat het adviesrecht op oneigenlijke gronden wordt opgeëist, omdat het de OR in wezen is te doen om herbevestiging van gemaakte afspraken in het kader van een sociaal plan, hetgeen thans niet aan de orde is.
Ondernemingskamer:
Het betoog van Intergas dat een statutenwijziging als hier aan de orde, uitsluitend betrekking heeft op de structuur van en de verdeling van bevoegdheden binnen de vennootschap en er reeds om die reden geen sprake kan zijn van een besluit tot wijziging van de organisatie van onderscheidenlijk de bevoegdheden binnen de onderneming, faalt. Een dergelijk onderscheid tussen de rechtspersoon en de onderneming is kunstmatig waar het de toepassing van de WOR betreft. De OK stelt daarom voorop dat een besluit tot wijziging van de statuten van een vennootschap adviesplichtig is indien het besluit leidt tot belangrijke wijzigingen in de organisatie van de onderneming van de vennootschap dan wel tot een belangrijke wijziging in de bevoegdheden binnen de onderneming van de vennootschap. De vraag of sprake is van een in dit opzicht belangrijk besluit dient te worden gerelateerd aan de aard en de omvang van de beoogde wijziging(en), deze mede gezien vanuit doel en strekking van de uit de WOR voortvloeiende medezeggenschapsrechten. De wijziging in deze zaak is niet als zodanig aan te merken als en blijft buiten de reikwijdte van artikel 25 lid 1 aanhef en onder e WOR en is niet adviesplichtig. De stelling van de OR dat er sprake is van een ingrijpende wijziging in het karakter van de onderneming leidt niet tot een ander oordeel. Er ontbreekt een voldoende rechtstreeks verband tussen de gewijzigde bevoegdheden en de gang van zaken binnen de onderneming. Bovendien brengt het besluit geen wijziging in de medezeggenschapsrechten van de OR en is er geen reden om aan te nemen dat die rechten niet ten volle kunnen worden uitgeoefend, indien het komt tot een fusie- of samenwerkingsbesluit.Nu de afspraken inzake een eerder overeengekomen sociaal plan op geen enkele wijze worden beïnvloed door het onderhavige besluit, stelt Intergas zich ten slotte terecht op het standpunt dat de wens van de OR om die afspraken te doen herbevestigen geen argument oplevert om het onderhavige besluit ter advisering aan de OR te moeten voorleggen.
De Ondernemingskamer wijst het verzoek van de OR van Intergas N.V. af.
DATUM UITSPRAAK: 30 december 2003
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: OR Intergas NV / Intergas NV
VINDPLAATS: ARO 2004,18, JAR 2004/45
Advokatenkollektief Utrecht