Investering
Uitspraak: Aanschaf bussen

1. Vervalt het medezeggenschapsrecht van de OR nu een OR-lid reeds via een klankbordgroep bij de besluitvorming rond de aanschaf van nieuwe bussen is betrokken?
2. Houdt het adviesrecht van de OR op bij het besluit tot investeren?

1. Nee, de ondernemer heeft niet in redelijkheid tot het besluit kunnen komen omdat de OR niet onverlet invloed heeft kunnen uitoefenen.
2. Nee, het adviesrecht van de OR betreft niet alleen de investering maar ook de keuze van de bussen. 

Situatie: 

Novio verzorgt het busvervoer in en rond Nijmegen. In het najaar van 2003 wordt een begin gemaakt met het opstellen van een programma van eisen voor de aanschaf van elf bussen. In de overlegvergadering van 18 november 2003 merkt de OR op dat hij vernomen heeft dat het genoemde programma van eisen in overleg met een klankbordgroep zal worden opgesteld. De OR wijst erop dat de aanschaf van elf bussen adviesplichtig is en vraagt op welke wijze de OR bij het opstellen van het programma van eisen zal worden betrokken. De OR heeft de heer Jansen afgevaardigd als deelnemer aan de klankbordgroep. Na besprekingen met de klankbordgroep is een bestek opgesteld ten behoeve van de nieuwe bussen en wordt er begonnen met de procedure van aanbesteding. Op 21 januari 2004 verleent de RvC van Novio zijn goedkeuring aan het doen van een investering voor de aanschaf van elf bussen. Bij brief van 22 januari 2004 verzoekt Novio de OR op uiterlijk 31 januari 2004 advies uit te brengen over haar voorgenomen besluit tot de aanschaf van elf nieuwe bussen. De algemeen bestuurder van Novio weigert de OR een vergadering op 30 januari 2004 over de adviesaanvraag. De OR adviseert hierna ‘op procedurele gronden’ voorlopig negatief, met de bereidheid mee te werken aan het alsnog op juiste wijze doorlopen van de adviesprocedure en de opmerking dat het zeker niet uitgesloten is dat hij na een correcte procedure alsnog tot een positief advies zou komen. Na een extra overlegvergadering op 12 februari 2004 over de adviesaanvraag, deelt Novio de OR op 16 februari 2004 mee dat zij had besloten de nieuwe bussen te zullen aanschaffen. De OR stelt beroep in bij de Ondernemingskamer. Bij brief van 10 maart 2004 trekt de algemeen bestuurder het besluit van 16 februari 2004 in en verzoekt de OR opnieuw te adviseren over de voorgenomen investering in bussen. De OR heeft de aanhangige procedure ingetrokken nadat de advocaat van Novio had laten weten ‘dat geen gunning aan VDL heeft plaatsgevonden en dat het cliente vrijstaat de opdracht al dan niet te gunnen aan VDL”.De OR legt Novio op 1 april 2004 een aantal vragen voor die zich richtten op de keuze tussen gegadigden. De bestuurder laat weten dat de beantwoording van deze vragen op geen enkele wijze relevant is voor het uit te brengen advies. Op 6 april 2004 adviseert de OR negatief. De bestuurder deelt op 29 april 2004 van haar besluit tot het investeren in nieuwe bussen mee en zal deze aanschaffen na het verstrijken van de opschortingstermijn als bedoeld in artikel 25 lid 6 WOR.

Ondernemingskamer:

Novio stelt zich op het standpunt dat het adviesrecht van de OR slechts betrekking heeft op de vraag of tot de aanschaf van nieuwe bussen zal worden overgegaan en niet óók, zoals de OR heeft gesteld, op de vraag welke modaliteit die aanschaf zal kunnen hebben. Dat standpunt is onjuist en miskent het karakter van het recht op medezeggenschap zoals dat in de WOR is neergelegd. De OR moet zich in volle omvang een oordeel kunnen vormen over de vraag, niet alleen of een investering dient plaats te vinden maar ook, en in samenhang daarmee, over de investering op de wijze waarop die is voorgenomen. Het is, uiteraard binnen redelijke grenzen, aan de OR en niet aan de ondernemer te bepalen welke informatie hij nodig heeft om tot een afgewogen advies te komen. Vragen die daartoe strekken dienen dan ook te worden beantwoord en het achterwege laten daarvan is eveneens een miskenning van het karakter van het recht op medezeggenschap.
Het deelnemen van een OR-lid aan een klankbordgroep is onvoldoende voor de stelling van Novio dat de OR zijn medezeggenschapsrecht heeft kunnen uitoefenen. Deze deelname laat immers het adviesrecht van de OR in beginsel onverlet en om een onbevangen deelname van de OR aan het overleg met de ondernemer niet in gevaar te brengen mag niet te snel worden aangenomen dat het medezeggenschapsrecht wordt beperkt doordat de OR reeds vóór de adviesaanvraag op enige wijze in de besluitvorming is betrokken. Nu het besluit tot stand is gekomen met schending van het in de WOR gewaarborgde recht op medezeggenschap van de OR heeft Novio bij afweging van alle betrokken belangen in redelijkheid –voorhands geoordeeld- niet kunnen komen tot het bestreden besluit van 29 april 2004.

De Ondernemingskamer verbiedt Novio nieuwe bussen aan te schaffen tot in deze zaak te gronde is beslist.

DATUM UITSPRAAK: 18 mei 2004
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN:Ondernemingsraad Novio NV / Novio NV
VINDPLAATS: Nnb

Advokatenkollektief Utrecht