We gebruiken het woord gezond zo vaak, dat je je afvraagt of dat nog gezond is
Peter Henk Steenhuis
BUBBELONIË We trekken ons terug in onze veilige bubbel. Verliezen we het vermogen elkaar te begrijpen en te bereiken? In een serie columns reist journalist Peter Henk Steenhuis langs de grenzen van onze taal op zoek naar de grenzen van onze werelden. Vandaag: gezond.
Het woord gezond is aan een fikse opmars bezig. Dat blijft niet zonder gevolgen, want de betekenis van het woord verandert daardoor. Zo schreef Het Parool vrijdag dat in Amsterdam de laatste jaren veel kantoren zijn omgebouwd tot woningen, daardoor ‘is de leegstand teruggelopen tot een gezond niveau en kan de gemeente weer bouwen.’
Een dag eerder schreef NRC Handelsblad over veranderende opvattingen van Baudet: ‘Politici veranderen soms van standpunt, en dat is gezond. Wie altijd aan zijn opvattingen vasthoudt, kan blijkbaar alleen zichzelf gelijk geven’.
Financieel gezond
In het Algemeen Dagblad van weer een dag eerder legt Gitta Spruit, directeur van Natuurcentrum Gorinchem, uit waarom ze haar functie neerlegt: ‘Het was mijn taak om (…) de organisatie financieel gezond te maken’. Dat was gelukt, en dus kon Spruit stoppen. Op dezelfde dag publiceert het AD een verhaal over ‘gezond ondernemerschap’, en schrijft NRC over ‘gepensioneerden met een gezond brievenwijkje’.
Gezond is afkomstig uit het Oudsaskisch, gisund, dat welvarend betekende. Daarna is het woord in het Nederlands ingeburgerd als gezond, dat ongedeerd, niet-ziek en heilzaam betekende. Het is een woord dat symbool is komen te staan voor ons grootste goed: een gevoel van zowel lichamelijk als geestelijk welzijn. Daarmee is een van de meest positief geladen woorden uit onze taal.
Alleen als we het begrip zo opvatten zijn de citaten uit de media van afgelopen week begrijpelijk. Laten we de berichten nog een keer onder de loep nemen:
Het is niet zo dat Het Parool beweert dat leegstand van kantoorpanden ongezond is voor de bewoners van Amsterdam, maar dat het aantal kantoren dat leeg staat zo laag is geworden, dat er weer nieuwe panden gebouwd kunnen worden. Gezond niveau betekent hier gering in aantal, en dat is kennelijk goed.
Het is ook niet zo dat NRC Handelsblad bedoelt dat het veranderen van standpunten je fit houdt, als een soort beweging van de geest. Het is goed van standpunt te veranderen, want anders geef je alleen jezelf gelijk, en dat zou laakbaar zijn.
En als Gitta Spruit de organisatie financieel gezond wil maken, bedoelt ze daar waarschijnlijk mee dat de inkomsten en uitgaven van de organisatie meer in evenwicht komen. En gezond ondernemerschap is niet hetzelfde als een gezonde levensstijl, en met een gezonde krantenwijk wordt waarschijnlijk ook niet bedoeld, dat het heilzaam is om een krantenwijk te lopen, omdat die gepensioneerden anders nooit meer uit hun luie stoel komen.
Goed
Waarschijnlijk, schrijf ik, omdat je niet echt weet wat het woord betekent. Het is wel duidelijk wat het moet betekenen: gezond betekent goed, het begrip heeft een sterke morele lading. Weinig leegstand is gezond – goed. Veranderen is gezond – goed. Financieel gezond, is: zaakjes goed op orde. Een gezond krantenwijkje – let op het verkleinwoord – is niet te groot, niet te klein, goed te belopen voor een wat ouder iemand.
‘Gezondheid staat boven alles’, aldus Marli Huijer, hoogleraar filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam in Trouw. “Er is een obsessie met voeding en beweging. (…) Als je niet gezond, slank en lenig bent, ben je niet flexibel inzetbaar en raak je misschien je contract kwijt, zoals een voetballer zijn club.”
Gezond is een ideologisch beladen begrip geworden. Dat gebeurt vaker met begrippen. In de voorstelling ‘A seat at the table’, nog te zien in verschillende theaters, komt duidelijk naar voren hoezeer zwart een negatieve klank heeft: zwart geld dat je wit moet wassen, een zwartkijker, zwartgallig.
Voor gezondheid geldt iets vergelijkbaars, maar er is wel een verschil. Zwart in de betekenis van slecht bestaat al eeuwen; het laat zien hoe negatief we over zwart dachten; het woord is een residu van onze historische ideologische opvattingen. En het is aan de hedendaagse Nederlander te onderzoeken in hoeverre dat nog steeds geldt.
De opmars van het woord gezondheid en het gebruik ervan als synoniem voor goed is nieuw. Het verraadt onze obsessie met gezondheid. Zoals het gebruik van het woord ‘zwart’ ons verborgen racisme toonde, of nog steeds toont, zo verraadt ons gebruik van het woord gezond onze nieuwe obsessie met gezondheid. Wee degene die op een dag zijn gezondheid verliest. Er zal voor hem of haar weinig goeds meer overblijven.
Onder de titel ‘Welkom in Bubbelonië’ neemt Peter Henk Steenhuis wekelijks woorden onder de loep. Lees de eerdere columns terug op www.bubbelonie.nl en volg @bubbelonie op Twitter. Op 7 juni organiseert Welkom in Bubbelonië een dag voor de sociale partners. Bent u erbij?