Wat en hoe in de providerboog
Veel bedrijven en ook medewerkers zijn bekend met de term arbodienst en/of bedrijfsarts. Vanuit de Arbowet is elke werkgever verplicht om een contract af te sluiten met een arbodienstverlener. Dit kan in de vorm van een basiscontract met een bedrijfsarts of met een gecertificeerde arbodienst. Een contract met alleen een bedrijfsarts valt onder de maatwerkregeling en met een gecertificeerde arbodienst meestal onder de vangnetregeling. Beide mogelijkheden kun je terugvinden in de Arbowet onder artikel 14 en 14a. In dit artikel wordt nader ingegaan op de providerboog. Wanneer in een bedrijf wordt gesproken over de providerboog wordt meestal gedacht aan contracten met diverse re-integratiebedrijven. Hoe zit dit nu in de praktijk?
Meerdere partijen en rollen
In veel gevallen heeft de providerboog zijn intrede gedaan in bedrijven bij het in werking gaan van de wet Verbetering Poortwachter in 2002. Veel bedrijven hebben daarbij de keuze gemaakt zich te laten ondersteunen door een re-integratiebedrijf, vaak via de arbodienst waar al een contract mee was afgesloten. Daarnaast kiezen bedrijven ervoor om de providerboog niet alleen in te zetten voor re-integratie, maar ook in het kader van duurzame inzetbaarheid en vitaliteit. Hierdoor is de providerboog op te delen in twee hoofdcategorieën met partijen die daar hun rol in spelen: preventief en curatief.
Effectiviteit en kwaliteit
Met behulp van kengetallen kunnen conclusies worden getrokken in het kader van de effectiviteit en kwaliteit van het betreffende bedrijf in de providerboog. Een belangrijk kengetal in dit kader is het aantal werknemers dat is begeleid door het betreffende re-integratiebedrijf uit de providerboog en met welk resultaat. In het kader van re-integratietrajecten betekent dit: hoeveel mensen zijn terug op hun eigen werkplek? In het kader van preventie valt te denken aan hoeveel mensen zijn er daadwerkelijk gestopt met roken of zijn gezonder gaan eten en meer gaan bewegen.
Rechten en plichten van de werknemer
Het belang van de werkgever is in dit kader duidelijk. Hoe zorg ik als werkgever voor een zo laag mogelijk ziekteverzuim en hoe hou ik mijn werknemers vitaal en duurzaam inzetbaar. Voor werknemers geldt dit in hoofdlijnen ook. Al is het niet zo dat de werknemer altijd verplicht is om overal aan mee te werken.
Bij preventie is het duidelijk. Als het gaat om het inventariseren van de leefgewoonten van de werknemers door de werkgever is dit altijd op vrijwillige basis voor de betreffende werknemers. Ditzelfde geldt voor het meedoen aan een aanbod van de werkgever op dit gebied, zoals een beweeg- of stoppen met roken-programma.
Op het curatieve vlak ligt het iets ingewikkelder. Vanuit het Burgerlijk Wetboek (art. 7:611 BW) moet de werknemer in het kader van goed werknemerschap zorgen voor zijn eigen inzetbaarheid.
Mijn ervaring is dat in veel bedrijven de providerboog bestaat uit een groot aantal bedrijven waardoor er een brede keus is. Helaas wordt de kwaliteit vaak onvoldoende gemonitord waardoor er weinig zicht is op de effectiviteit van de bedrijven in de providerboog. Hopelijk is uw organisatie hierop een uitzondering…
Klik op de afbeelding hieronder voor het volledige artikel van Carolina Verspuij, op Werk&Veiligheid.nl.
Carolina Verspuij, trainer/adviseur expertiseteam Arbeid & Gezondheid SBI Formaat