RI&E en plan van aanpak anno 2022
Laatst kwam ik bij een organisatie waar de Risico Inventarisatie & Evaluatie gemaakt was door een gecertificeerde veiligheidskundige (Hoger Veiligheidskundige, HVK). Omdat er veel werkdruk heerst binnen deze organisatie is ook een verdiepend onderzoek naar werkdruk uitgevoerd. De HVK heeft deze beoordeeld en uiteindelijk ook goedgekeurd. Een HVK die een RI&E-onderwerp ‘werkdruk’ toetst, is dat niet raar? In deze blog gaan we dieper in op de Risico Inventarisatie & Evaluatie en het plan van aanpak ANNO 2022.
Iedereen mag een RI&E uitvoeren
Volgens de Arbowet mag iedereen een RI&E uitvoeren. Als de RI&E door een niet-gecertificeerde deskundige wordt uitgevoerd, dan moet de RI&E en het daarbij behorend plan van aanpak getoetst worden door een gecertificeerde kerndeskundige. Ongeacht de risico’s in de RI&E en/of de deskundigheid van de kerndeskundige (en hier vervolgens over adviseren). En daar wringt de schoen.
Drie kerndeskundigen
Elke deskundige heeft kennis van een specifiek Arbogebied. Er zijn drie (preventieve) kerndeskundigen volgens de Arbowet: de Hoger Veiligheidskundige (HVK), de arbeidshygiënist en de arbeid- en organisatiedeskundige. Elke deskundige heeft zijn eigen kennisgebied. Een hoger veiligheidskundige heeft kennis van veiligheidsrisico’s. Een arbeidshygiënist heeft kennis van gezondheidsrisico’s en een arbeid- en organisatiedeskundige heeft kennis van psychosociale arbeidsbelasting (PSA).
Toetsing van de RI&E
In de praktijk betekent dit dat een RI&E kan worden getoetst door een kerndeskundige op een ander vakgebied dan zijn kennis en ervaring. Dit komt de kwaliteit van een RI&E niet ten goede. Om het niveau van de RI&E te verhogen is daarom een wetswijziging voorgesteld die hoogstwaarschijnlijk per 1 juli 2022 in werking treedt. Deze wijziging betreft de toetsing en de toetser van de RI&E en het plan van aanpak. De wijziging heeft gevolgen voor de eisen die gesteld worden aan de RI&E en het plan van aanpak (certificatieschema voor de arbo-kerndeskundige gepubliceerd in de staatcourant op 24 maart jongstleden).
Systeemtoets versus scopetoets
Er is een onderscheid tussen de systeem- en scopetoets. Bij een systeemtoets wordt over het gehele terrein beoordeeld of alles dat wettelijk verplicht is ook daadwerkelijk is opgenomen in de RI&E. Let wel, dit is geen inhoudelijke toets! Er wordt gekeken of de RI&E volledig, betrouwbaar en actueel is en de actualiteit wordt beoordeeld. Elke gecertificeerde kerndeskundige mag een systeemtoets uitvoeren van de RI&E.
Uitvoering door deskundige
De scopetoets beoordeelt of de risico’s goed zijn geïnventariseerd, de blootstelling op de juiste manier is vastgesteld en de risicobeperkende maatregelen voldoende zijn opgenomen. Deze toets mag alleen worden uitgevoerd door een deskundige die hiervoor een certificaat heeft. Dat houdt bijvoorbeeld in dat een arbeid- en organisatiedeskundige kijkt naar werkdruk of andere PSA-risico’s en een veiligheidskundige kijkt naar de veiligheid van machines. In de praktijk betekent dit dat een RI&E vaak door verschillende deskundigen getoetst moet worden als er risico’s zijn op meerdere aandachtsgebieden.
Inhoudelijke wijzigingen RI&E
Naast bovenstaande wijziging die betrekking heeft op de toetsing, zijn er ook wijzigingen wat betreft de inhoud van de RI&E. Tijdens de systeemtoets wordt gekeken naar volledigheid, betrouwbaarheid, actualiteit en actueel zijn van de RI&E. Een volledige RI&E beschrijft voortaan ook de achterliggende grondoorzaken van de risico’s. Dit houdt dus in dat in de RI&E aandacht moet worden besteed aan de oorzaken van de risico’s binnen organisaties. Een afvinklijst zoals nu veelvuldig het geval is, is niet meer voldoende.
Ook wordt getoetst of inzichten van medewerkers, andere adviseurs, preventiemedewerkers en de bedrijfsarts worden meegenomen in de RI&E. Deze wijzigingen zorgen ervoor dat de RI&E een beter en betrouwbaarder beeld geeft van de risico’s binnen de organisatie. Invullen van een vragenlijst enkel en alleen door bijvoorbeeld een preventiemedewerker is dan niet meer voldoende. Dit sluit ook aan bij de toetsing op betrouwbaarheid van de RI&E; één van de criteria is hierbij dat er wordt beoordeeld dat er geen onder- of overschatting van de risico’s plaatsvindt.
Plan van aanpak
In het plan van aanpak moet, naast het beschrijven hoe een maatregel wordt geïmplementeerd, worden beschreven welke effectiviteit van een maatregel wordt verwacht als ook het inschatten van consequenties van een maatregel. De maatregel in het plan van aanpak moet concreet en realistisch zijn. De genoemde actiehouder moet voldoende bevoegdheid hebben om de actie uit te kunnen voeren. Deze eisen zorgen ervoor dat ook hier een uitbreiding van het plan van aanpak plaats moet vinden. De maatregel moet concreet worden beschreven waarbij duidelijk gesteld moet worden hoe de maatregel ingevoerd gaat worden en wat er van deze maatregel verwacht mag worden.
Verantwoordelijkheid van de werkgever
In het plan van aanpak moeten de maatregelen de gevaren wegnemen of zoveel mogelijk beperken. Daarom gaat de verantwoordelijkheid van de werkgever verder dan het voldoen aan de wettelijke normen. Een werkgever moet immers een beleid voeren dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden.
Advies kerndeskundige
Een kerndeskundige zal naar aanleiding van de toetsing een advies uitbrengen over de RI&E en het plan van aanpak. Dit betekent dat door meerdere kerndeskundigen een advies wordt uitgebracht. Zij vullen elkaar aan en mogen elkaar niet tegenspreken.
Rol OR
De bedoeling van deze wijzingen is een verbetering van de kwaliteit van de RI&E en het plan van aanpak. Deze wijziging biedt kansen voor een OR. Om een goed beeld van alle risico’s in de organisatie te krijgen, is het van belang dat de inzichten van zowel werknemers, (externe) adviseurs, de preventiemedewerker en de bedrijfsarts mee worden genomen, zoals ook wordt verplicht. De OR kan meebeslissen op welke manier deze partijen worden betrokken bij de inventarisatie van de risico’s en hoe de risico’s worden onderzocht. Een OR heeft namelijk instemmingsrecht over de wijze waarop de RI&E wordt uitgevoerd. Denk hierbij o.a. aan:
- wie de RI&E gaat uitvoeren;
- inhoud van de RI&E;
- wie betrokkenheid heeft (medewerkers, preventiemedewerker, de bedrijfsarts);
- hoe de risico’s worden vastgesteld;
- welke methode.
Betrouwbaar beeld en plan van aanpak
Het doel is dat de inventarisatie een betrouwbaar beeld geeft van de situatie binnen de organisatie zodat er een gedegen plan van aanpak komt waarmee de organisatie aan de slag gaat.
Ook dit plan van aanpak is instemmingsplichtig. Dit betekent dat de OR in de beoordeling van dit plan meebeslist wanneer de acties worden uitgevoerd en of deze acties gericht zijn op de aanpak van de basisoorzaken van de risico’s en niet alleen op symptoombestrijding.
Geschreven door Wendy Roescher, trainer & adviseur Arbeid & Gezondheid SBI Formaat