Blog

English version of the article

Zoals eerder deze week gemeld heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend met wijzigingen in de Richtlijn voor EOR’s. Dit voorstel is een reactie op het voorstel dat het Europees Parlement (EP) een jaar geleden had ingediend. In een serie blogs zal het team EOR-Service op de voornaamste wijzigingen ingaan.

Online vergaderen

Laten we beginnen met een heikel thema. Kan het management de EOR dwingen online te vergaderen? In de tijd dat de eerste richtlijn werd opgesteld, was dat nog geen thema. Daarom is dit punt altijd een beetje in de lucht blijven hangen. Het commissievoorstel brengt daar (enige) verandering in. Volgens dit voorstel moet de EOR-overeenkomst nu expliciet ook de vergadervorm bepalen. In de toelichting staat dat de sociale partners kunnen overwegen om online te vergaderen. Het is dus niet automatisch zo dat elke vergadering online kan plaatsvinden. In de oude richtlijn stond wel dat de EOR-overeenkomst moest bepalen wat de vergaderlocatie zou zijn, maar niet de vergadervorm. Verder werd in de oude versie alleen gesproken over ‘vergaderingen’ of ‘bijeenkomen’ zonder nadere bepaling (behalve in een latere aanvulling over de deelname van zeelieden aan de EOR). Het gevolg is dat veel EOR’s overhoopliggen met hun management over de vergadervorm omdat het management graag kosten bespaart door steeds meer online te plannen.

Faciliteiten

Ook voor de faciliteiten waar de EOR recht op heeft, bevat het voorstel verbeteringen. Voor EOR’s die niet onder de Nederlandse wet zijn opgericht, is de aanvullende bepaling van groot belang dat de EOR recht heeft op juridische ondersteuning. En dat het bedrijf dat moet betalen, evenals de kosten voor eventuele juridische procedures. Ook dit moet in de EOR-overeenkomst worden vastgelegd. Het commissievoorstel stelt duidelijk dat deze bepalingen ook in bestaande EOR-overeenkomsten moeten worden overgenomen. Dat betekent dus dat, als de nieuwe Richtlijn in werking is gegaan, bestaande EOR’s met het management aan tafel moeten om hun overeenkomst aan te passen. Het mooie daarbij is dat die ‘heronderhandelingen’ plaats zullen vinden met deze nieuwe bepalingen als fundament.

Aantal vergaderingen

Een hele belangrijke wijziging is aangebracht in het EOR-model dat de Annex van de Richtlijn voorschrijft in het geval er geen EOR-overeenkomst kan worden afgesloten. Het nieuwe voorstel schrijft nu twee vergaderingen per jaar voor, in plaats van één vergadering per jaar. Aangezien dit model een voornaam richtsnoer is bij onderhandelingen en heronderhandelingen, is dit een grote steun in de rug voor alle EOR’s.

De EOR-Service van SBI Formaat bestaat sinds 1994 en helpt je graag met het begeleiden, trainen en adviseren van jouw Europese Ondernemingsraad. 

Overige wijzigingen

Andere belangrijke wijzigingen betreffen o.a. de omgang met vertrouwelijke informatie, strakkere definities voor informatie en raadpleging en een duidelijkere omschrijving van wat valt onder grensoverschrijdende zaken. Daarop zullen we in de komende weken nader ingaan.

Niet in het voorstel opgenomen

Helaas zijn ook een aantal elementen van het EP-voorstel verdwenen in het Commissievoorstel. De richtlijn geeft de EOR het recht om een opinie uit te brengen als een bedrijf een ingrijpend besluit wil nemen. Om te zorgen dat die opinie van betekenis kan zijn, stond in de oude tekst dat de opinie moet kunnen worden uitgebracht op een moment dat het bedrijf daar nog rekening mee kan houden. Nogal vaag. Het EP wilde daarvan maken dat het bedrijf rekening moet houden met de opinie. Dat heeft de commissie niet overgenomen. Wel staat in het voorstel nu duidelijk dat de EOR zijn opinie moet kunnen afgeven voorafgaand aan de aanname van het voorgenomen besluit. En dat het management op deze opinie een beargumenteerde, schriftelijke reactie moet geven.

Een ander punt uit het EP-voorstel betrof een probleem waar veel EOR’s mee worstelen. Als EOR-leden vragen om over een bepaalde zaak geraadpleegd te worden, krijgen ze vaak te horen dat raadpleging niet aan de orde is. Bijvoorbeeld omdat de zaak niet grensoverschrijdend zou zijn, of omdat het niet ingrijpend genoeg is. Het EP stelde voor dat het management in de toekomst zo’n weigering in een beargumenteerde, schriftelijke reactie aan de EOR moet mededelen. Dat idee is helaas niet overgenomen. Ook het voorstel om bedrijven die werken onder internationale franchiseformules voortaan ook onder de EOR-RL te laten vallen, is vervallen. Dat is met name jammer in de horeca, waar in Europa tienduizenden mensen werken onder dat soort formules.

Volgende blog: wat gaat er veranderen ten aanzien van vertrouwelijkheid?

Geschreven door Sjef Stoop, trainer/adviseur EOR-Service