Pensioen vroeg of laat krijg je ermee te maken
We werken ongeveer één dag in de week om onze AOW en pensioenen te betalen. Dat is zo’n 20% van ons inkomen. Het is logisch dat je wilt dat dit op alle fronten goed geregeld is. Er moet wel pensioengeld zijn als jij met pensioen gaat en dat je pensioen ook (een beetje) zeker is, is ook wenselijk, want als je met pensioen bent kan je er (haast) niets meer bij verdienen. Een goed pensioen heeft dus ook iets met vertrouwen te maken. Vertrouwen in het pensioenfonds, de sociale partners, vertrouwen in de overheid en vertrouwen in de overige deskundigen die met het geld van het pensioenfonds omgaan.
Iedereen speelt zijn rol in de pensioenen. De overheid is daarnaast ook nog bepalend voor een groot deel van je pensioen, namelijk de AOW. Als de AOW bijvoorbeeld al niet meer meegroeit met de prijzen start je je pensioen al mee een slechte basis. Werkgevers en werknemers sparen samen voor het pensioen. Beide betalen premie. Die premie is onderdeel van de loonkosten van de werkgever en de werknemer betaalt premie uit zijn bruto inkomen. Samen met de AOW wordt dat dus uiteindelijk je pensioen. De overheid stelt wetten vast waaraan pensioen moet voldoen. Werkgeversorganisaties en werknemersorganisatie besturen de bedrijfstakpensioenfondsen. In ondernemingspensioenfondsen zijn dit de werkgever en werknemers.
Zolang er voor pensioen gespaard wordt is er discussie over de hoogte van de premie, de hoogte van de uitkering en de verdeling van de risico’s tussen werkgevers en werknemers. Dat heeft constant geleid tot aanpassingen van de pensioenregeling, zowel in de hoogte van pensioen, als in de zekerheid van pensioen (o.a. van eindloon naar middelloon, maar ook van een meer zekere uitkering, – defined benefit – naar steeds meer onzekere uitkering – defined contribution.).
Door deze hele discussie loopt de demografische discussie. We worden gemiddeld ouder en moeten dus langer met ons gespaarde pensioengeld doen. De AOW leeftijd is om diezelfde reden verhoogd. Het pensioenfonds rekent vanuit het collectief voor iedereen individueel uit wat dit betekent voor jouw pensioen.
Maar dan …… Er speelt nog iets in het pensioenspel en dat heeft te maken met de visie op een eerlijke rechtvaardige verdeling van pensioenopbouw en pensioenuitkering (incl. AOW). Ieder mens wil het liefst (in meer of meerdere mate) zekerheid. Als een onderneming alle risico’s van pensioenopbouw op zich neemt, hebben de werknemers zekerheid en de onderneming de onzekerheid van extra premie betalen. Omgekeerd leggen we de risico’s bij werknemers, dan ligt daar de onzekerheid. De werkgever heeft dan zekerheid dat de premie niet hoger wordt. De overheid heeft een dubbel belang: zij zijn werkgever (met risico’s) en wetgever tegelijkertijd (met risico’s). Maar dat laatste, wetgever, zijn ze voor iedereen (werkgever en werknemer) een lastige rol.
Over dit verhaal heeft SBI Formaat onlangs met Tuur Elzinga gesproken, Pensioenonderhandelaar voor werknemers en lid van hoofdbestuur van FNV. Uiteraard gaat het dan over het uitblijven van een pensioenakkoord, maar vooral over wat is nou eerlijk als het gaat om pensioen en AOW. Na vele jaren van discussie, debat, dialoog , kwamen partijen er niet uit! Geen pensioenakkoord. De vakbeweging is opgestapt was het nieuws. Maar klopt het nieuws?
Tuur Elzinga: “Ik heb er zelf bijgezeten, het was Rutte die als eerste opstapte, omdat hij dacht dat er gelekt was”. De inhoudelijke conclusie was dat de kloof tussen partijen te groot was. Je onderhandelt (alle bonden) met een mandaat. Daar ga je niet overheen. Het gaat wel ergens over….. Tuur ziet het breken als een voorlopige schorsing. Bonden willen met hun achterban in gesprek, maar willen ook de druk op de ketel houden. Tuur Elzinga: “We zullen naast informeren ook onze achterbannen mobiliseren. Als Rutte spreekt van een eindbod moet je in beweging komen”.
Tuur legt uit hoe belangrijk het pensioen is voor de achterban van het FNV. Met name de AOW is een belangrijk deel van het pensioeninkomen voor veel leden van de FNV. En natuurlijk moet de AOW ook meebewegen met deze tijd. Daar hebben vakbonden ook al eerder voorstellen voor gedaan. Waarbij opnieuw die rechtvaardigheid de basis moet zijn. In hoeverre kan je vragen van mensen met echt zwaar werk dat ze nog langer doorwerken. Vaak betekent dit dat werknemer en werkgever daar niet gelukkig mee zijn. Risico op uitval en ziekte, maar ook de flexibele pensioendatum is voorbij gekomen. Niet iedereen begint op dezelfde leeftijd, dus je hoeft ook niet op dezelfde leeftijd met pensioen. Tuur Elzinga: “Wat steekt is dat de AOW-leeftijd versneld verhoogd is, terwijl je niet kan zeggen dat de omstandigheden waaronder ouderen werken verbeterd zijn”.
Zwaar werk is nog steeds zwaar werk. Zelfs als je in een bedrijf of sector afspraken zou maken over eerder stoppen zet de overheid een boete op eerder stoppen. En dat maakt zulke afspraken nu veelal onbetaalbaar. Als we alleen kijken naar de demografische ontwikkeling en daar alle besluiten opnemen, dan is dat geen goede maatstaf. Als je alleen al kijkt naar de verschillende leeftijdsverwachtingen van mensen met zwaar werk (inclusief ploegendiensten en nachtdiensten). We worden wel ouder, maar het lichaam gaat wel protesteren. Tuur Elzinga: “Je kan ook de AOW leeftijd bevriezen en die boete op eerder stoppen schrappen. Dan kun je daarna maatwerkafspraken maken op de cao tafel. Per sector en ja, dan wordt arbeid iets duurder als je eerder stopt met werken”.
Waar FNV ook met name naar kijkt is of en hoe de pensioenopbouw en uitkeringen geïndexeerd (verhoogd) kunnen worden. Ook in combinatie met jongeren en hun pensioenopbouw en toekomstige uitkering. De vakbonden staan voor jong en oud.
Tot slot komt het onderwerp voor wie is er eigenlijk pensioen. Ook flexwerkers en ZZP’ers zouden pensioen op moeten bouwen. Anders hollen we de pensioenfondsen uit en organiseren we vandaag het tekort van morgen. Daarmee zadelen we de volgende generatie met een nieuw pensioenprobleem op.
Hoe verder? Bonden willen naast een eerlijk pensioen en een AOW die mee ontwikkelt met de prijzen en qua leeftijd (ook voor mensen met zwaar werk) haalbaar is, ook aan hun achterban uit kunnen leggen dat ze onderhandelen waarbij over en weer beloftes ook voor lange duur vastgelegd worden.
Geen tijdelijke afzwakking van de verhoging van de AOW leeftijd uitruilen tegen structurele pensioenwijzigingen. Oftewel als pensioen over lange termijn gaat moet je over alle onderwerpen ook lange termijn betrouwbare afspraken maken en ja dat gaat ook over kabinetten heen, aldus Tuur. Tuur Elzinga: “Het gaat dus niet alleen over Pensioen en AOW in Den Haag, maar ook over maatwerkafspraken op de cao tafel, afspraken zoals een generatiepact. Slimme afspraken die recht doen aan menswaardig werken en op tijd stoppen met werk. Daar staan wij voor!”.
Sinds mei 2017 is Tuur Elzinga (1969) lid van het Dagelijks Bestuur van de FNV en sinds januari 2018 is hij vicevoorzitter. Zijn belangrijkste portefeuilles zijn AOW/pensioen en Internationale Zaken. De afgelopen 10 jaar was hij onder meer beleidsadviseur bij Mondiaal FNV.