Blog

Moet je mensen leren leren?

leren voorkeur
28 mei 2020 / Judith Kunen

In de laatste blog van Mariska Pikaart stelt zij de vraag of leren leren een vak op school zou moeten zijn. Of als je het breder trekt of het mensen kan helpen bij het leren als zij weten hoe zij leren.

In het schoolwerk dat mijn jongste dochter de afgelopen tijd mee kreeg zat er twee keer een stukje bij over hoe je hersenen werken en hoe je dus beter kunt leren. Het kwam er in het kort op neer dat je beter elke dag bijvoorbeeld 10 minuten woordjes kunt leren dan eens in de zes dagen een uur. Als je kijkt naar de leervoorkeurtheorie van Manon Ruijters komt dit overeen met de voorkeur van oefenen. Mijn dochter is een slim ding. Als ze even gaat zitten dan heeft ze zo de woordjes Engels of topografie of wat dan ook in haar hoofd zitten. Laatst wilde ze een taart bakken, het recept was in het Engels. Ze wilde niet proberen wat ze er wel van kon lezen, ik moest het maar vertalen. Ik liet haar een paar dagen later op YouTube het filmpje: “Ben je soms zo lui omdat je te slim bent?” van de Universiteit van Vlaanderen zien. Hierin wordt verteld waar slimme kinderen met leren tegen aan lopen. Het was zo herkenbaar dat ze het doorstuurde aan haar vrienden.


We hebben vijf leervoorkeuren maar er bestaan meer dan vijf soorten lerenden: iedereen leert op zijn eigen manier en heeft een eigen leerprofiel met de vijf leervoorkeuren in een eigen onderling verhouding. Hieronder de losse leervoorkeuren.

  1. Kunstafkijker leert middels observeren en analyseren, het liefs in echte situaties, onder druk, van eigen en andermans successen, van best practices
  2. Participeerder leert graag met en van elkaar, is graag in gesprek en interactie, leert in activiteit, hecht veel waarde aan (onderling) vertrouwen, geeft een luisterend oor, gemeenschappelijk belang
  3. Kennisverwerver wil structuur in het aanbod en in de inhoud, objectiviteit en onderbouwing, heeft kennisbronnen in de omgeving van het leren nodig, houdt wel van een uitdaging als het ‘hoofdwerk’ betreft, heeft een wens om te weten.
  4. Oefenaar is geïnteresseerd in leren, wil herhaling, leert graag van fouten, wil ruimte en tijd voor reflectie en feedback, heeft behoefte aan veiligheid en structuur, wil begeleiding in het leren.
  5. Ontdekker wil zelf sturen, leert in leefsituaties, leert door zelf uit te proberen, wil zelf betekenis geven op basis van impliciete kennis, kan goed overweg met verschil in betekenissen, leert door interesse gedreven, leert in uitdagende onveilige situaties.

Was het filmpje beter dan het stuk tekst? Nee, alleen in het filmpje werd behandeld waar ze tegen aan loopt met het leren. Het gaf haar de bevestiging dat waar zij tegen aan loopt in het leren hoort bij hoe zij leert. En dat hielp haar. Dit zie ik vaker in mijn praktijk. Mensen kunnen prima uit de voeten met leren als zij daar niets over weten. Alleen als je vastloopt in het leren, je bent in stressvolle situaties of heel druk dan kan het wel degelijk veel helpen als je weet hoe je leert. Je snapt beter waarom het niet zo snel gaat als je het zou willen of je kunt beter kiezen welke aanbod beter bij jou past.

Dus leren leren als een standaard vak op school… ik denk het niet. Voor mensen die ergens tegen aanlopen met het leren is het wel behulpzaam om te weten hoe zij het liefst leren. Zowel voor kinderen als voor volwassen.

Mariska, aan welke dingen merk jij bij deelnemers of mensen die je tegen komt dat het hen zou helpen om iets meer te weten te komen over hoe hun leren werkt?

Geschreven door Judith Kunen, organisatieadviseur

Deel dit bericht