Mijn bedrijf wil gaan verhuizen; maar ik dan?
Ze zijn niet aan de orde van de dag, maar als je er als medewerker mee geconfronteerd wordt kunnen ze heel ingrijpende gevolgen hebben: bedrijfsverhuizingen!
Zo’n twee, drie keer per jaar word ik als organisatieadviseur ingeschakeld bij een voorgenomen verhuizing van een bedrijf of bij het opheffen van een vestiging/dislocatie. De redenen ervoor zijn divers:
- “In het hoofdkantoor is nog voldoende ruimte om het hier werkzame personeel te plaatsen”.
- “Deze vestiging ligt niet meer in de goede regio omdat onze huidige klanten elders gevestigd zijn.”
- Besparing van de kosten voor huur van het pand.
- Wat niet hardop gezegd wordt: “Als we 125 kilometer verhuizen zal een groot gedeelte van het personeel niet meegaan of na verloop van tijd vertrekken.” Dat scheelt reorganisatiekosten.
Voor een ondernemingsraad is een voorgenomen verhuizing vaak een lastig onderwerp. Immers, het gaat niet over een reorganisatie en er zijn al snel redelijke argumenten waarom het voor het bedrijf beter is om kosten te besparen of om vanuit een locatie te werken.
Maar voor medewerkers kunnen er heel verschillende argumenten zijn om niet enthousiast te zijn. Sterker nog, soms kan het een directe aanleiding zijn om op zoek te gaan naar een andere baan.
Als iemand nu tien minuten moet reizen en na de verhuizing elke dag – twee keer – een uur of langer in de auto moet zitten, is dat ingrijpend. Denk daarbij aan kosten van vervoer, (worden die vergoed?) de auto die ik nu heb is een oud beestje, (heb ik geld voor een andere, betrouwbare auto?) de kinderen naar school brengen, (hoe moet ik dat gaan regelen?) meeverhuizen is voor mij geen optie en ga zo maar door.
Uiteindelijk komt het er op neer dat de ondernemingsraad een goed doordacht pakket van voorzieningen en regelingen met de bestuurder wil overeenkomen voor hij advies zal geven.
En als medewerkers zúllen of móeten afhaken is het van belang dat er een goed sociaal plan komt.
Frits van Heusden, organisatieadviseur bij SBI Formaat