Jip en Janneke gaan agile

17 juni 2020 / Pieter Kas , Femke Steendam

Scrummen in het Nederlands

“Kan het niet in Jip en Janneke-taal” zei een deelnemer in een sessie die wij verzorgden. Tja, als trainer/adviseur moet je de vaktaal kennen, maar je moet niet vergeten dat niet iedereen de managementtaal beheerst, laat staan omarmt. Er is zelfs een boekje met jeuktaal; vaak managementbegrippen die verhullen wat er werkelijk aan de hand is. Maar net zo vaak kunnen deze begrippen een zinvolle betekenis hebben, zeker als ze op een juiste manier worden uitgelegd en toegepast.

Eenzelfde probleem is er met de agile & scrum-terminologie. De vele Engelstalige begrippen (zie afbeelding hierboven) roepen bij mensen een allergische reactie op. Jammer, want er is niets mis met de methode. Dat moet toch simpeler kunnen. Wij presenteren daarom in deze blog de Nederlandse vertaling van het Agile-scrum-raamwerk in de hoop dat dit mensen inspireert om het gewoon op zijn Hollands toe te passen. Want het werkt wel.

Agile = wendbaar

Agile staat voor wendbaar. Wendbare organisaties zijn organisaties die zich weten aan te passen aan de veranderende omgeving, de veranderde klantvraag, de veranderende medewerkers. Hoe sneller de veranderingen gaan, des te meer eisen dit stelt aan de wendbaarheid van een organisatie. Agile werken staat dus voor wendbaar werken.

Scrummen blijft scrummen

Scrummen is een methode die je in het wendbare werken kunt toepassen. Scrummen komt uit het rugby en is lastig te vertalen. Bij een scrum staan een hoop mannen of vrouwen met de schouders tegen elkaar voorovergebogen. De scheidsrechter gooit de bal in de scrum en doordat iedereen gaat duwen, komt de scrum in beweging en komt de bal op een bepaald moment ergens uit. Het scrummen staat dus voor een groepje mensen die met elkaar een onderwerp oppakken en uitwerken door gebruik te maken van de gezamenlijke krachten. Het is een werkwoord. In de scrum methode ga je gestructureerd en toch wendbaar aan de slag.

Scrumteam kan wel scrumteam blijven

Het scrumteam is het groepje mensen dat aan de slag gaat met een product. In het team zitten een scrummaster, een productowner en developers (ofwel het devellopmentteam). Zij werken vanuit de productbacklog aan een product door in sprints toe te werken naar een demo voor de stakeholders. De sprint begint met een sprintplanning en wordt afgerond met een sprintreview en retrospective. Laten wij de begrippen verder vertalen.

De rollen binnen scrum zijn:

Productowner = producteigenaar

De producteigenaar is verantwoordelijk voor het pakket van eisen dat door de stakeholders aan het product worden gesteld. De uitdaging voor het scrumteam ligt er in een product op te leveren dat voldoet aan de eisen.

Stakeholders = Belanghebbenden

Dit zijn de personen in de organisatie die belang hebben bij het product dat het team gaat maken.

Scrummaster = scrumcoach of procesbegeleider

Niet echt een vertaling. Coach is natuurlijk ook hartstikke Engels, maar dekt wel beter de lading dan master. De scrumcoach coacht het groepje mensen in het toepassen van de methodiek. Hij begeleidt het proces.

Development team = het ontwikkelteam

Het ontwikkelteam bestaat uit mensen die samen het product gaan maken. Dat varieert volgens de scrumspelregels tussen de 3 en 9 mensen.

De scrum-methode zelf:

Productbacklog = werkvoorraad

Verzameling van dingen die moeten gebeuren om tot het gewenste product te komen met daarbij aangegeven de eisen waaraan het product moet voldoen. Dit wordt weergegeven in zogenaamde user stories.

User stories = gebruikersverhaal

Een gebruikersverhaal is een beschrijving van wat een product moet doen voor de gebruiker. De user stories zou je kunnen zien als de eigenschappen en criteria waarop het product wordt getoetst.

Sprint blijft sprint

Een sprint is een periode waarin je de gedeelte van de werkvoorraad (sprint backlog) gaat uitwerken tot een deelproduct. Iedere dag is er een daily stand up ofwel dagstart om met elkaar te kijken wat er af is, wat er vandaag wordt opgepakt en welke verstoringen er zijn die opgelost moeten worden.