Eerste resultaten onderzoek scholingsbehoefte
Online training niet meer weg te denken in medezeggenschapspraktijk
De rol van de OR is in de coronacrisis cruciaal, niet eerder had deze groep te maken met het nemen van beslissingen rond vaak ingrijpende organisatieveranderingen. Maar hoe en op basis waarvan geeft men advies of instemming aan directie/bestuur? Het trainen en adviseren van de medezeggenschap is voor SBI Formaat al ruim 50 jaar dagelijkse kost. Maar in deze tijd van corona is een wezenlijke verandering te zien in de wijze waarop de OR leden kennis tot zich nemen. Voor SBI Formaat reden een speciaal onderzoek in deze doelgroep te houden. Hieronder volgt een samenvatting van de eerste resultaten van dat onderzoek.
Meer dan de helft (55%) van de medezeggenschappers denkt in de toekomst voor de scholing van (de leden van) de OR meer gebruik te zullen maken van online trainingsmogelijkheden. Dat is één van de opvallende resultaten van het recente onderzoek van SBI Formaat naar de wijze waarop de medezeggenschap leert. Het onderzoek is in de periode half september – oktober 2020 uitgevoerd door middel van een online enquête waaraan in totaal 200 ondernemingsraden hebben deelgenomen.
De impact van het coronavirus op het maatschappelijk leven is enorm en uiteraard heeft het ook invloed op de medezeggenschap. Zo komt uit een enquête van de SER naar voren dat de coronacrisis voor de medezeggenschap zowel belemmeringen en risico’s met zich meebrengt alsook nieuwe mogelijkheden en kansen biedt. Als het gaat om scholing heeft SBI Formaat gezien dat, zeker in de eerste golf, het aantal face-to-face trainingen voor OR’en en OR-leden sterk is afgenomen en dat in meerdere gevallen (delen van) trainingen waarbij deelnemers normaal gesproken fysiek aanwezig zouden zijn zijn omgezet in online trainingen.
In het onderzoek “Hoe leert de medezeggenschap?” van SBI Formaat is onder andere gevraagd naar de ervaringen die de ondernemingsraden hebben met online leren. Het blijkt dat 35% van de ondervraagden op het moment van het onderzoek ervaring heeft met een vorm van leren waarbij actief gebruik wordt gemaakt van een computer, verbonden met een netwerk. Bij de meeste respondenten die aangeven ervaring te hebben met online leren gaat het om webinars en digitale meetings (69%), gevolgd door online open trainingen op inhoudelijke thema’s (49%) en e-learning (plaats- en tijdonafhankelijk individueel leren; 38%). De minste ervaring hebben de respondenten met maatwerk online training en ‘blended leren’ (combinatie van digitaal leren met face-to-face leren): respectievelijk 16% en 9% van de respondenten met online leerervaring. Opvallend is dat maar liefst 36% van de ondervraagden met online leerervaring aangeeft specifiek door de uitbraak van het coronavirus hiermee voor het eerst kennisgemaakt te hebben.
In vergelijking met face-to-face training heeft online training zowel voordelen als nadelen. De deelnemers aan het onderzoek noemen vaak als voordeel van online training dat het efficiënt en effectief is door een besparing van reistijd en doordat de deelnemers tijdens de training minder afgeleid bent en beter kan focussen. Veelvuldig genoemde nadelen van online training zijn minder ruimte voor interactie en discussie met medecursisten en het gemis aan persoonlijk (informeel) contact en non-verbale communicatie. In het algemeen vinden de respondenten online training meer geschikt voor zaken waarbij kennisoverdracht centraal staat en minder geschikt voor thema’s waarbij de nadruk ligt op het oefenen van vaardigheden. De top-4 van zaken waarvoor de respondenten online leren het meest geschikt vinden, wordt gevormd door achtereenvolgens: rechten en bevoegdheden, en functie en taken van het MZ-orgaan volgens de WOR (73%), arbeidsvoorwaarden (56%), arbeidsomstandigheden & vgwm (55%) en financieel beleid & financiële cijfers (51%). De top-4 van zaken waarvoor men online leren minder geschikt vindt, is: overleggen en onderhandelen met de bestuurder (68%), effectief vergaderen en besluitvorming als team (58%), voorzitters- en/of secretarisvaardigheden (50%) en communicatie algemeen, effectief communiceren (50%).
Tenslotte denkt maar liefst 55% van de ondervraagden in de toekomst voor (de leden van) het MZ-orgaan meer gebruik te gaan maken van online training. Redenen hiervoor zijn deels de al genoemde voordelen van online leren: het is effectief en efficiënt door een besparing in tijd en ook in de kosten voor de werkgever. Verder wordt genoemd dat de beperkingen als gevolg van coronacrisis voorlopig nog wel even zullen aanhouden en dat het sowieso past in de ontwikkeling naar meer thuiswerken. Ook speelt mee dat er steeds meer ervaring wordt opgedaan met online training en dat er steeds meer en beter aanbod is.
Volgens een aantal respondenten komt online training bovendien niet in de plaats van, maar juist als extra mogelijkheid, naast face-to-face training. Dit laatste kan bijvoorbeeld tot uitdrukking komen in opleidingsplannen voor de OR, in blended leren of in hybride trainingen (training die tegelijkertijd fysiek en online gegeven wordt). Daarmee lijkt online leren al niet meer niet weg te denken uit de praktijk van de medezeggenschap en zal dit in de toekomst alleen maar verder in belang toenemen.
SBI Formaat ziet dat ondernemingsraden steeds meer geconfronteerd worden met complexe besluitvormingsvraagstukken. Voorbeelden hiervan zijn algoritme gestuurde en strategische vraagstukken. Dat vraagt om meer strategisch denken en handelen van de medezeggenschap. Daarnaast zal er meer een beroep op de medezeggenschap gedaan worden om zich bezig te houden met duurzame ontwikkelingsdoelen (klimaat, inclusie): mens, omgeving en organisatie. Voor veel ondernemingsraden zijn dit nieuwe thema’s. Daarnaast is het in het werk van de ondernemingsraad meer dan ooit van belang om álle medewerkers hierin actief te betrekken.
Daarmee ziet SBI Formaat ook dat de ondernemingsraad juist een knooppunt wordt en dat het van belang is de medezeggenschap te blijven ontwikkelen. Dat gebeurt de laatste tijd volop online en in hybride vorm. Er zijn echter ook trainingen op het gebied van vaardigheden, teamontwikkeling en overleg met bestuurder die niet zomaar vervangbaar zijn door een online variant. Deze thema’s zijn en blijven bij uitstek geschikt om in face-to-face trainingen (offline) verder te ontwikkelen.
SBI Formaat gevestigd op de Campus Landgoed Zonheuvel en onderdeel van het SDG House Network zal in de ondersteuning van de ondernemingsraden naast de reguliere trainingsvraagstukken ook een belangrijke focus hebben op de strategische vraagstukken en duurzame ontwikkelingsdoelen binnen de organisatie.
Alle resultaten van dit onderzoek zullen naar verwachting in december gepubliceerd worden. De auteurs zijn John Snel en Jaap Jongejan.