Blog

Brexit en de rechten van werknemers

brexit
22 januari 2019 / Sjef Stoop

Wat gaat er gebeuren met de Britse werknemersrechten na de Brexit en wat betekent dit voor de EOR? Ietwat ongeloofwaardig schrijft Theresa May’s regering in haar officiële document “The United Kingdom’s exit from and new partnership with the European Union” dat de regering de status van het Verenigd Koninkrijk (VK) als ‘wereldleider op het gebied van werknemersrechten’ zal handhaven. Dat toont dit soort politieke documenten ons niet echt vertellen wat er zal gaan gebeuren; in Europa zien maar heel weinig mensen het VK als ‘wereldleider op het gebied van werknemersrechten’.

Afbraak sociale wetgeving?

Wat gebeurt er nu met sociale wetgeving na de Brexit? De echte harde Brexiteers, zoals Boris Johnson en Jacob Rees-Mogg zijn tegelijk ook oerconservatief. Als zij de macht in handen zouden krijgen, zullen ze zeker de aanval inzetten op veel arbeidswetgeving. Dan kan echter alleen bij een harde Brexit, een Brexit zonder regeling met de EU.

Als de Brexit plaats gaat vinden op basis van een akkoord met de EU, zal een ‘non-regressie’ clausule gaan gelden. Deze houdt in dat werknemersrechten na de Brexit, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid en gezondheid en van informatie en raadpleging, minimaal op hetzelfde niveau moeten blijven. Het probleem bij dit soort clausules is echter dat het afdwingen van de naleving nogal omslachtig is. Ook hoeft het VK maatregelen die de EU in de pijplijn heeft zitten en die pas na Brexit zullen worden doorgevoerd, niet over te nemen.

Bij een harde Brexit is afbraak van arbeidswetgeving wel mogelijk. Maar dat is geen automatisch gevolg van de Brexit. Eerst moeten dan de oerconservatieven de macht in de Conservatieve partij krijgen en vervolgens ook de verkiezingen winnen. Ook bij een harde Brexit zal Groot-Brittannië te zijner tijd een handelsverdrag moeten sluiten met de EU, het is ondenkbaar om handel te drijven zonder zo’n verdrag. Dan is de vraag welke sociale clausule in zo’n handelsverdrag zal worden opgenomen. Bij een harde Brexit zal die nog een stuk zwakker zijn dan bij een zachte. Maar ook dan zal de EU willen dat in ruil voor toegang tot de EU markt, het VK toezegt om niet te proberen een concurrentievoordeel te halen door het terugschroeven van arbeidswetgeving.

De EOR

De Britse regering heeft in een ‘Guidance’ Document uiteen dat ook in een ‘no deal’-scenario de wetgeving rond de EOR zal blijven bestaan. Maar er kunnen geen nieuwe EORs meer onder Brits recht worden opgericht. Onderhandelingen over de oprichting van een EOR die nog plaatsvinden op het moment dat het VK de EU verlaat, mogen worden voltooid. Maar om dit te laten werken, moet dit ook door de EU worden geaccepteerd. Anders moeten EORs van Britse bedrijven die in de EU minstens 1000 werknemers hebben, alsnog omzien naar een ander land om hun EOR onder te vestigen.

Voor de EOR is de zaak zeker nog niet opgelost met dit Guidance Document. Het VK kan dan wel in zijn eigen wetgeving handhaven en Britse vertegenwoordigers nog steeds het recht geven om deel te nemen aan een EOR. Maar het gaat hier vooral om de werkingskracht van Britse wetgeving ten aanzien van werknemers in de EU. Immers als een EOR is afgesloten onder Brits recht, geldt die voor alle Europese werknemers en moeten dus de andere EU landen instemmen met de blijvende geldigheid van de Britse EOR-wet. En als het VK zegt dat Britten in een EOR van buiten het VK zitting mogen nemen, moet dat ook erkend worden in de overeenkomst van die EOR.

Met alle onzekerheid rond de wetgeving, kunnen EORs het beste in hun overeenkomst vastleggen dat het VK vertegenwoordigd blijft in hun EOR. Veel EORs hebben al een soortgelijke bepaling ten aanzien van Zwitserland, dat ook niet onder de EOR Richtlijn valt. Daarmee zijn we weer terug naar de situatie van voor 1997, toen het VK ook niet meedeed met de sociale wetgeving van de EU en buiten de EOR Richtlijn bleef. In die tijd sloot bijna geen enkel bedrijf zijn Britse werknemers uit van deelname aan de EOR. De vraag is of die positieve houding nog steeds bestaat.

Een verkorte versie van dit artikel is verschenen in OR Magazine, januari 2019.

Sjef Stoop – trainer/adviseur EOR Service

Deel dit bericht