Arbovisie 2040 vastgesteld
Afbeelding: Arboportaal
De regering heeft onlangs de Arbovisie 2040 vastgesteld. De Sociaal Economische Raad (SER) heeft hieraan een belangrijke bijdrage geleverd. In eerdere blogs ben ik kort ingegaan op achtergronden en stappen in de totstandkoming van de Arbovisie.
De Arbovisie is richtinggevend voor de jaarlijkse beleidsagenda 2022-2025 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) waar arbeidsomstandigheden onder valt. In de Arbovisie staan oplossingen voor acties om beleidskeuzes te maken over gezond en veilig werken in de toekomst.
Arbovisie
In de visie staat dat de arbeidsomstandigheden in Nederland te wensen overlaten. Het gevolg is dat daardoor onnodig veel werknemers overlijden of ziek worden van het werk. Het ziekteverzuim is sinds 2017 gestegen van 4 naar 5,7%. Voor de betreffende werknemers betekent dit vaak veel persoonlijk leed en inkomstendaling. Voor de werkgevers en maatschappij leidt dit tot aanzienlijke kosten. Er moet veel gebeuren om een daadwerkelijke trendbreuk te realiseren, zodat er geen mensen meer overlijden door slechte arbeidsomstandigheden en arbeidsongevallen en zieken door en op het werk tot een minimum worden beperkt. De Arbovisie 2040 wil hier een keer in brengen. De ondernemingsraad (OR) wordt in de visie uitdrukkelijk genoemd als een van de stakeholders die daaraan kan bijdragen.
In de Arbovisie wordt geconstateerd dat bij veel organisaties de OR niet actief betrokken is bij gezond en veilig werken. Dit wordt in de visie gezien als een belemmering in de naleving van wettelijke verplichtingen tot het uitvoeren van maatregelen voor gezond en veilig werken. Bovendien wordt geconstateerd dat een derde van de OR-plichtige bedrijven geen OR heeft. De Arbovisie zet dan ook in op de aanwezigheid van een OR.
Meer weten over de actuele wet- en regelgeving? Kom naar de Arbo-actualiteitencolleges op 1 en/of 2 februari en zorg dat je up-to-date bent!
Meld je aan voor de Arbo-actualiteitencolleges
Betrokkenheid
De vraag is natuurlijk hoe het komt dat actieve betrokkenheid van de OR in de praktijk onvoldoende terug te vinden is. Een belangrijke oorzaak is gebrek aan kennis. We zien in trainingen dat veel OR’en en VGWM-commissies niet of nauwelijks op de hoogte zijn van wat de OR/VGWM-commissie kan en mag. Het gaat dan om taak en bevoegdheden, maar ook om andere voorwaarden. Dit is doorgaans dan ook de aanleiding voor een training. Ook kan het zijn dat een bestuurder en/of deskundige hiervan niet op de hoogte is. Betrokkenheid wordt dan gezien als ‘bijpraten’ van de OR. Bijgepraat worden is een passieve vorm van betrokkenheid. Een hogere vorm van betrokkenheid, zoals meepraten, meedenken, wordt door bestuurder als overbodig gezien.
Als de OR door onvoldoende kennis niet in staat is om actief mee te praten of te denken, dan is dat enigszins te begrijpen. Dit kan een reden zijn om de bestuurder en/of deskundige (preventiemedewerker) uit te nodigen om aan een gedeelte van de training deel te nemen.
De regering maakt op basis van de Arbovisie nog geen concrete beleidskeuzes. Dat is aan het volgend kabinet. Het kabinet vindt het belangrijk dat de sociale partners en alle betrokken stakeholders actief aan de ambities bijdragen. De medezeggenschap wordt gezien als een van de stakeholders.
Geschreven door Alex Daems, trainer & adviseur Arbeid & Gezondheid SBI Formaat