Screening van medewerkers en rol OR
Screening van medewerkers, de OR heeft instemmingsrecht
Steeds vaker eisen werkgevers dat (potentiële) werknemers een Verklaring omtrent gedrag (VOG) inleveren, of doen zelf een verdergaande screening. Er worden bij Justis (de screeningsautoriteit van met ministerie van Justitie) jaarlijks zo’n 800 duizend VOG’s aangevraagd. Voor sommige functies is het wettelijk verplicht om een VOG aan te vragen, bijvoorbeeld voor leraren, gastouders en taxichauffeurs. In de kinderopvang is zelfs sinds maart 2013 , als reactie op de Amsterdamse zedenzaak, sprake van continue screening. Dit betekent dat elke wijziging in de justitiële documentatie wordt doorgegeven aan Justis, die beoordeelt of het nodig is om de werknemer opnieuw te screenen. Screening voor vertrouwensfuncties (aangewezen door de minister) vindt plaats door de AIVD of de MIVD. Deze geven een verklaring van geen bezwaar af. Naast publieke functies (bv. politie) kan het ook gaan om private ondernemingen zoals burgerluchtvaart of elektriciteitsbedrijven.
Wanneer in een bedrijf een regeling voor screening van de medewerkers wordt ingevoerd, of gewijzigd, valt dit onder het instemmingsrecht op grond van artikel 27.1.k. Belangrijk is dat de regeling voldoet aan de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Deze wet schrijft voor dat het verwerken van persoonsgegevens aan bepaalde eisen moet voldoen en dat het belang van het verzamelen van gegevens moet opwegen tegen de inbreuk op de privacy van de betrokkenen. Er moet een melding worden gedaan bij het College Bescherming Persoonsgegevens. Wanneer het zogenaamde “bijzondere gegevens” betreft, waaronder strafrechtelijke gegevens, zal het college nader onderzoek doen. In augustus 2015 is nader onderzoek gedaan naar een regeling bij Randstad. Het oordeel van het college na onderzoek was dat “dat de beschreven werkwijze in het protocol voldoende privacywaarborgen bevat”. Uitspraak en protocol zijn te vinden op de website van het CBP.