OR, CAO en Arbo
Dat arbeidsomstandigheden belangrijk zijn voor werknemers in de bouw en aanverwante sectoren staat buiten kijf. Het werk in de bouw brengt allerlei risico’s met zich mee, zoals het werken op hoogte, fysieke belasting en werken met gevaarlijke stoffen. Deze risico’s kunnen grote gevolgen hebben. Zo waren er in 2020 dertien dodelijke bouwongevallen te betreuren en bleef 8 procent van de bouwvakkers langer dan 40 dagen thuis na het ongeval. Veel ongevallen zijn te voorkomen. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat 40% geen voorlichting heeft gehad over veilig werken en bijna 25% geen instructies heeft gehad over het correcte gebruik van de beschermingsmiddelen (bron: Nederlandse Arbeidsinspectie).
CAO
De overheid heeft voorschriften ontwikkeld om de werknemers zo goed mogelijk tegen deze risico’s te beschermen. Daarnaast staan in tal van CAO’s aanvullende bepalingen. Zo is de werkgever bij hitte verplicht om zonnecrème op de bouwplaats beschikbaar te stellen (artikel 7.3.5 CAO Bouw & Infra). In de Arbowet staat geen maximum gewicht dat een werknemer mag tillen. De CAO Bouw & Infra heeft hiervoor de norm van 25 kg vastgesteld. Deze norm staat in hetzelfde CAO-artikel BOUW & Infra en in artikel 6.8.1. CAO Woondiensten). Op bedrijfsniveau worden dan weer afspraken of regelingen gemaakt over de praktische invulling ervan. Vaak zijn deze gebundeld in een bedrijfshandboek of personeelsregeling. Dat deze voorschriften en regelingen effectief zijn en worden nageleefd is niet vanzelfsprekend, ook al is er in het bedrijf een preventiemedewerker of KAM-coördinator.
De rol van de OR & de CAO
De medezeggenschap heeft een stimulerende rol als het gaat om de naleving van wettelijke voorschriften, afspraken in de CAO en interne bedrijfsregelingen. Bij de uitoefening van deze stimulerende taak heeft de OR een aantal bevoegdheden, waarvan het instemmingsrecht het meest sprekend en vergaand is.
Veel ondernemingsraden hebben de wens om meer invulling te geven aan hun stimulerende rol. Zij willen een stap verder zetten dan alleen geïnformeerd te worden over incidenten en maatregelen door bijvoorbeeld de preventiemedewerker. Wat is er nodig om als OR van toegevoegde waarde voor de organisatie en de medewerkers te zijn op het gebied van arbeidsomstandigheden? Om de stimulerende taak op een verantwoorde wijze te kunnen toepassen moet je als OR over inhoudelijke kennis beschikken, maar ook over vaardigheden om bijvoorbeeld een inhoudelijke reactie of advies te kunnen schrijven. Het scholingsrecht van de OR (art. 18 WOR) kan hierin voorzien.
Veel, vaak grotere, ondernemingsraden hebben dan ook een VGWM-commissie ingesteld. Dit is een vaste commissie die de OR op het terrein van Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu ondersteunt. De commissie doet het voorwerk bij instemmingsaanvragen, schrijft een initiatiefvoorstel, heeft namens de OR contact met de bedrijfsarts en werkt samen met de preventiemedewerker.
Expertiseteam Arbeid & Gezondheid
Om gezondheid en welbevinden van de medewerkers in de organisatie te vergroten, heb je de juiste kennis en een effectieve aanpak nodig. SBI Formaat heeft daarom een expertiseteam Arbeid & Gezondheid dat in vrijwel alle branches bekend en actief is. Je kunt terecht voor verschillende Arbo-vraagstukken, voor begeleiding, een (maatwerk)training of een (schriftelijk) advies. Denk hierbij aan Arbo-vraagstukken zoals Arbobeleid, RI&E, Plan van Aanpak, VGWM-commissie en Arbocomissie, preventie, verzuimbeleid, werkplekinrichting, werkstress en psychosociale arbeidsbelasting. De trainers/adviseurs zijn ervaren vakmensen die beschikken over een ruime expertise op het gebied van arbeidsomstandigheden en medezeggenschap.
Meer informatie over het expertiseteam Arbeid & Gezondheid
Geschreven door Alex Daems, trainer/adviseur Arbeid & Gezondheid SBI Formaat