Blog

OR en vakorganisaties: een oncomfortabele relatie

27 november 2020 / Paul Flentge

Ondernemingsraden en vakorganisaties hebben vanaf de totstandkoming van de Wet op de Ondernemingsraden een moeizame relatie. Die relatie stond al onder druk in de voorloper van de ondernemingsraad in de vorm van de Kern.

Deze Kern was een groep medewerkers die door de directie werd gevraagd om signalen uit de fabrieken door te geven ter verbetering van het proces. Maar de Kern werd ook vaak gebruikt om oproerkraaiers (we spreken over eind 19e, begin 20e eeuw) vroegtijdig te kunnen duiden. Kernleden werden niet gekozen, maar aangewezen. Een doorn in het oog van de (toen nog vele) vakorganisaties.

De hulp van de vakorganisaties was echter zeer nodig bij het door de Tweede Kamer loodsen van de Wet op de ondernemingsraden (1948-1950) en dus werden er concessies gedaan om ze tevreden te krijgen en daardoor hun hulp te krijgen bij het oprichten van ondernemingsraden na de wetspassage.

Leden van de nieuwe ondernemingsraad moesten daarom lid zijn van een vakorganisatie (ongeorganiseerden waren pas vanaf 1979 welkom!). De nieuwbakken ondernemingsraad mocht géén individuele belangen behartigen, daar was immers de vakorganisatie voor.

Echt spannend wordt het echter bij adviesaanvragen waarbij er sprake is van het verlies van arbeidsplaatsen en er een sociaal plan moet worden gemaakt. De Wet Melding Collectief Ontslag geeft vakorganisaties een stem in het kapittel bij 19 of meer ontslagen en dus gaan zij praten over een sociaal plan. Maar de ondernemingsraad heeft adviesrecht over dat zelfde sociaal plan: ingewikkeld en voor je het weet lopen de partijen elkaar voor de voeten.

Bij de geboorte van het instemmingsrecht (1979) wisten vakorganisaties via SER en Tweede Kamer te bedingen dat de ondernemingsraad zich vooral bezig mocht gaan houden met secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden, maar toch zéker niet met primaire arbeidsvoorwaarden: dat was immers het werkterrein van de vakorganisaties. De goede uitvoering van de arbeidsvoorwaarden (gevat in CAO) mocht dan weer wel: de ondernemingsraad als rechterhand van de vakorganisaties.

Door de wetswijziging in 2013 (geen handtekeningen meer nodig voor een ongeorganiseerde kandidaat) en de opkomst van de arbeidsvoorwaardenregelingen die door ondernemingsraden worden gesloten in plaats van een bedrijfs-cao met de vakorganisaties stijgt de spanning weer, zéker omdat het aantal ondernemingsraden met een minderheid van, of zelfs helemaal zonder, leden van een vakorganisatie alleen maar groeit.

Gelukkig zien we ook dat vakorganisaties en ondernemingsraden elkaar wel weten te vinden in samenwerkingsverbanden, waarbij de vakorganisatie vaak wordt ingezet op expertise al dan niet voor het maken van een sociaal plan.

Geschreven door Paul Flentge, trainer/adviseur SBI Formaat

De geschiedenis gaat verder

Ga naar de tijdlijn de geschiedenis van medezeggenschap

Deel dit bericht