Blog

De Arbowet is in 2017 gewijzigd. De wijziging heeft gevolgen voor de preventiemedewerker en  de bedrijfsarts. Door deze wijziging is ook het instemmingsrecht van de OR inhoudelijk gewijzigd. Het instemmingsrecht is uitgebreid met de persoon en positie van de preventiemedewerker. De bedrijfsarts krijgt meer preventieve taken en de toegang tot de bedrijfsarts is laagdrempelig gemaakt. Dit vraagt een aanpassing van het huidige contract met uw arbodienst/bedrijfsarts. Deze contractaanpassing is instemmingsplichtig. Met dit alles wordt de invloed van de OR dus versterkt.

Ondernemingsraden juichen versterking van hun positie en meer invloed over het algemeen toe en dat is begrijpelijk. De vraag is echter: hoe komt de OR tot een verstandig besluit om wel of niet in te stemmen met een voorgenomen wijziging van een regeling? Verstandig betekent ook een onderbouwd oordeel kunnen geven over bijvoorbeeld het contract met een arbodienst of bedrijfsarts. Je hanteert criteria om het contract te toetsen. Daarbij kijk je bij voorkeur verder dan het voldoen aan de eisen van een basiscontract. Instemmingsrecht bij de preventiemedewerker betreft de taak en functie, maar ook de positie en de persoon. Een goed oordeel voor een goed besluit om wel of niet in te stemmen raakt de organisatie, de medewerkers, maar ook de persoon van de beoogd preventiemedewerker. Logisch dat de ondernemingsraad kennis van zaken moet hebben om tot een goede beoordeling te komen. Daarnaast moet de OR ook intern hiertoe in staat zijn. Ieder OR-lid heeft immers een eigen waarneming en mening.

Uitbreiding van het instemmingsrecht is een goede zaak om de positie van de medewerkers te versterken, maar verlangt van de OR wel verstand van zaken en teamwork.

Zaak dus om kennis te nemen van deze wijzigingen! Daarom heeft het expertiseteam Arbeid en Gezondheid trainingen ontwikkeld om u te helpen wij de wijzigingen in de Arbowet. Op deze pagina vind je meer informatie.

Alex Deams, trainer/adviseur SBI Formaat