Blog

Interviews met plus en min

24 juli 2019 / Camiel Schols

Blogserie: Wijsheid van de werkvloer – Interviews met plus en min

De wijsheid van de werkvloer ophalen, en goed gebruiken. Dat is de kunst bij vernieuwing van de medezeggenschap. Vandaag bespreek ik het houden van interviews met collega’s uit de achterban.

Ik verbaas mij er wel eens over hoe huiverig OR’en soms zijn over het raadplegen van hun achterban. Waar zit dat in? Raadplegen houdt in dat je input ophaalt uit de achterban door de collega’s gericht te vragen naar hun mening of ervaring. Sommige OR’en lijken hier een drempel te voelen. Voor een deel zit die mogelijk in het feit dat het ophalen van input ook verplicht om er iets mee te doen. Maar naar mijn idee speelt vaak nog iets anders: de angst voor mogelijke negatieve effecten van de raadpleging. Of zoals ik laatst van een OR-voorzitter hoorde: ‘Onze bestuurder is er niet voor dat we de mening van de achterban vragen want dat zorgt voor een negatieve stemming’.

Dat is interessant: Als je bij het koffieapparaat aan je collega zijn mening vraagt over een (ingevoerde of toekomstige) verandering in zijn werk, wat krijg je dan te horen? Alleen de zorgen en bezwaren of ook de kansen en pluspunten? Als collega’s gewend zijn om onderling vooral te klagen, en je vraagt ‘Wat vindt je van …’ dan bestaat inderdaad de kans dat de OR bij een raadpleging een eenzijdig negatief beeld krijgt. En erger nog, dat dit beeld door het houden van de interviews nog wordt versterkt ook. En daar is niemand mee geholpen. Tegelijk wil de OR wel weten wat er werkelijk leeft.

Hoe zorg je dus voor evenwichtige interviews die verder gaan dan spuien van onvrede? De OR wil uiteraard alle ontevredenheid horen; Maar tegelijk wil je ook aandacht voor de andere kant van het verhaal: Wat gaat er goed en waar liggen kansen? Een goed hulpmiddel is om bij elke raadpleging zowel naar de pluskant als naar de minkant te vragen.

Bijvoorbeeld
Wat vind je goed aan het huidige rookbeleid? En wat vind je slecht?
Wat vind je positief aan jullie werkoverleg nu? En wat kan volgens jou beter?
Wat zie je als mogelijke voordelen van deze verandering? En waarover heb je zorgen?
Waarvan krijg je energie in je werk? En wat kost je energie?

Misschien kent u de denkhoeden van de Bono. Het interviewen met aandacht voor zowel de plussen als de minnen doet recht aan deze benadering. Je zet de gele denkhoed op om voordelen op een rij te zetten. En je zet de zwarte denkhoed op om de nadelen te benoemen. Zo krijgen beide kanten van de medaille de juiste aandacht. Vervolgens kun je vragen naar de conclusies (de groene denkhoed): ‘Gezien deze plussen en minnen: Wat zou je anders willen zien? Of: Wat heb je nodig? Of: Wat wil je de OR meegeven?’

Drie tips om mee af te sluiten

Als je een collega interviewt:

  • Breng LSD mee (luisteren, samenvatten en doorvragen).
  • Laat OMA thuis (overnemen, mening geven en adviseren).
  • Bedank hem voor zijn hulp en houdt hem op de hoogte van het vervolg.

Geschreven door trainer/adviseur Camiel Schols

Eerdere blogs uit deze serie

 

Deel dit bericht