OR-verkiezingen
Kiesstelsels

Kiesstelsels voor OR-verkiezingen: het personenstelsel en het lijstenstelsel

De OR-verkiezingen kunnen plaatsvinden met het personenstelsel of het lijstenstelsel. Daarnaast kunnen er kiesgroepen worden ingesteld. En regelt de SER in zijn voorbeeldreglement nu ook een mogelijkheid voor een kiesstelsel met geoormerkte zetels.  

De verschillende kiesstelsels:

  • Personenstelsel
    In het personenstelsel stellen individuele medewerkers zich kandidaat en worden zij ook ‘als persoon’ gekozen. Iedere kiesgerechtigde brengt evenveel stemmen uit als er zetels in de OR te verdelen zijn (voor een ondernemingsraad met 7 zetels waarvoor 10 personen zich kandidaat hebben gesteld, wijst de kiezer 7 personen aan). De personen met de meeste aantal stemmen zijn verkozen.
  • Lijstenstelsel
    Het principe van het lijstenstelsel is gebaseerd op de Kieswet (waarop de verkiezingen voor de Tweede kamer, de Gemeenteraad en de Provinciale Staten in Nederland plaatsvinden). In dit systeem verenigen individuele medewerkers zich op een gezamenlijke lijst. Lijsten presenteren zich via een specifiek thema of programma. Het lijstenstelsel is vooral geschikt voor grotere ondernemingen, waar voldoende animo is om zich kandidaat te stellen voor de OR en er voldoende mensen zijn om zich op een lijst te verenigen. Iedere kiesgerechtigde brengt 1 stem uit op de persoon op de lijst naar zijn keuze. Voor de berekening van het aantal zetels per lijst moet het OR-reglement een voorziening treffen: er moet een kiesdeler worden berekend dat het aantal stemmen op een lijst omrekent naar het aantal toe te wijzen zetels voor die lijst.

Kandidaten en kandidatenlijst

Zowel bij het lijstenstelsel als in het personenstelsel wordt gesproken van kandidatenlijsten.

Bij het lijstenstelsel verzamelen meerdere kandidaten zich op een ‘gezamenlijke’ lijst en zijn er verschillende kandidatenlijsten met een eigen ‘lijstprogramma’ en brengt de kiesgerechtigde (slechts) 1 stem uit op een lijst – en daarbinnen op een persoon.
Als de nummer één op de lijst meer stemmen heeft dan nodig is voor een zetel, vervallen deze stemmen automatisch aan nummer twee op de lijst die zodoende ook kans krijgt op een zetel. De stemmen zijn dus in eerste instantie gekoppeld aan de lijst en de kiesgerechtigde zal zich vooral moeten verdiepen in het (medezeggenschaps-)programma dat een lijst voorstaat. In de praktijk zien we vooral voorbeelden van een of meer ‘vakbondslijsten’ (bijvoorbeeld lijst FNV, lijst CNV, lijst Unie) met daarnaast één of meer ‘vrije’ lijsten.
Bij het personenstelsel zijn er alleen kandidatenlijsten met daarop slechts één kandidaat (namens de vakbond of namens ‘zichzelf’, of stelt iemand een collega kandidaat die vakbondslid is, maar die niet op de kandidatenlijst van zijn vakbond staat) en brengt de kiesgerechtigde evenveel stemmen uit als er beschikbare OR-zetels zijn. De kiesgerechtigde zal dan ook op personen moeten stemmen die misschien niet direct zijn voorkeur hebben. Dit kan overigens ook het geval zijn bij het lijstenstelsel. Als er iemand bovenaan een lijst staat op wie de kiesgerechtigde graag zijn stem uitbrengt, maar kunnen enkele overige kandidaten op die lijst misschien juist niet zijn of haar voorkeur hebben. Toch kunnen die kandidaten ook in de OR komen als die lijst veel stemmen krijgt met recht op meerdere OR-zetels.

In beide kiesstelsels gaat volgens de wet de kandidaatstelling ‘op voordracht’; je stelt (formeel) niet jezelf kandidaat, maar je wordt kandidaat gesteld. De medewerker die kandidaat wil zijn voor de OR kan zichzelf kandidaat stellen, maar als hij lid is van een vakbond kan hij a) er voor kiezen zich via zijn vakbond kandidaat te laten stellen of b) via een kiesgerechtigde collega die geen lid is of een collega die lid is van een vakbond die geen kandidaten heeft gesteld (artikel 9 WOR). Bij het lijstenstelsel dragen de vakbonden hun kandidaten voor via het indienen van elk één eigen lijst (lijst vakbond A, lijst vakbond B etc.) en staan de zogenoemde “vrije” kandidaten op een of meerdere eigen kandidatenlijsten. Voor zowel het personenstelsel als het lijstenstelsel geldt dat een kandidaat slechts op 1 kandidatenlijst mag staan.

Kiesgroepen

Binnen het personenstelsel en het lijstenstelsel zijn er verschillende mogelijkheden om de OR-verkiezingen in te richten:

  • Integraal systeem
    In het integraal systeem kunnen alle kiesgerechtigde medewerkers stemmen op alle kandidaten uit de onderneming. De OR wordt “door en uit de gehele onderneming” gekozen.
  • Kiesgroepen
    In het kiesgroepensysteem wordt de onderneming opgedeeld in groepen (naar functie of groepskenmerk) of onderdelen (afdelingen of vestigingen). Bijvoorbeeld de kiesgroepen kantoor en fabriek, of de kiesgroepen vestiging A en B. Het aantal OR-zetels wordt over de verschillende kiesgroepen verdeeld. Het kandidaatstellen en stemmen vindt plaats binnen de eigen kiesgroep. Vacatures in de ene kiesgroep kunnen in beginsel niet worden ingevuld door kandidaten uit de andere kiesgroep, tenzij de OR hiervoor een goede voorziening treft in zijn reglement.
  • Combinatie kiesgroepen en integraal systeem
    In het gecombineerde systeem wordt de onderneming opgedeeld in kiesgroepen. Kandidaatstelling en verkiezingen vinden plaats binnen deze kiesgroepen. Naast bijvoorbeeld de kiesgroepen kantoor en fabriek, is er de kiesgroep “Integraal”, wat het voltallige personeel, ofwel de gehele onderneming, omvat. Dit betekent in de praktijk dat kandidaten bij kandidaatstelling aan moeten geven of men zich kandidaat stelt voor de eigen kiesgroep of voor het integraal systeem, zijnde de “kiesgroep Integraal”. Iedere kiesgerechtigde vult vervolgens twee keer een stembriefje in: éénmaal voor de “eigen” kiesgroep en éénmaal voor de kiesgroep Integraal (het integraal systeem).

Geoormerkte zetels
Geoormerkte zetels zijn “gereserveerd” voor bepaalde groepen medewerkers, onderdelen of vestigingen. De OR bepaalt in zijn reglement of en zo ja, welke groepen medewerkers, onderdelen of vestigingen één of meer geoormerkte zetels krijgen. Een  belangrijk verschil met het (zuivere) kiesgroepensysteem is dat kandidaten die voor een geoormerkte zetel in aanmerking komen na de stemming voorrang krijgen bij het toewijzen van de zetels, ongeacht het aantal stemmen dat zij hebben gekregen.

Combinaties die mogelijk zijn:

  • Het personenstelsel met het integraal systeem
  • Het personenstelsel met kiesgroepen
  • Het lijstenstelsel met het integraal systeem
  • Het lijstenstelsel met kiesgroepen
  • Het personenstelsel en een combinatie van integraal en kiesgroepen
  • Het lijstenstelsel met een combinatie van integraal en kiesgroepen
  • Bovenstaande combinaties met geoormerkte zetels
  • Bovenstaande combinaties met een rooster van aftreden.

Het integrale personenstelsel is het kiessystemen dat het meest ‘eenvoudig’ toe te passen is. En geldt uiteindelijk hoe meer combinaties, hoe complexer het kiessysteem, en zal de keuze voor een kiessysteem vooraf goed doordacht moeten worden! Het kiessysteem en de verkiezingsprocedures moeten ook voor alle belanghebbenden (de directie, het personeel en betrokken vakbonden) transparant, goed te volgen en begrijpelijk zijn.

E-learning: succesvolle OR-verkiezingen

Wie gaan de verkiezingen organiseren? Zijn er wijzigingen in het reglement nodig? Wat voor soort kandidaten zoekt de OR? In deze e-learning nemen wij deze vragen stapsgewijs door. Bij elke stap horen praktische vragen om met de OR te bespreken. Met deze e-learning doe je voorwerk voor de verkiezingen. Je kunt deze training op je eigen tempo doorlopen.

Meer weten? Volg dan de e-learning succesvolle verkiezingen.

Ondernemingsraad oprichten

Hoe richt ik een OR op? Veel organisaties worstelen met deze vraag. Wij kunnen jou helpen met alle facetten van het oprichten van een OR; van het samenstellen van de oprichtingscommissie tot het uitvoeren van de basistraining.

Richt jij al een OR op?

Deel dit bericht